Deze jongeren komen uit Syrië, Afghanistan, Somalië, Eritrea, Ivoorkust en Guinée. “Ze hebben het vaak heel moeilijk, hebben in hun jonge leven al een parcours doorlopen dat zwaarder is dan we ons kunnen voorstellen. Met deze achtergrond is het verre van gemakkelijk om weer iets op te bouwen”, licht projectverantwoordelijke Mathieu Gombault toe.
Een toekomst opbouwen nadat je moest vluchten
Ons doelpubliek bestaat uit jongeren tussen 16 en 18 jaar die een statuut hebben verworven (erkend vluchteling of subsidiaire bescherming) of een hoge erkenningsgraad hebben en dus wellicht een statuut zullen krijgen. Het Youth in Transit project is een project dat 6 maanden duurt. Het doel is om hen te steunen in de overgang naar een zelfstandig leven.
De jongeren wonen in individuele studio’s. We hebben 19 plaatsen verdeeld over twee Brusselse gemeentes; Sint-Joost en Laken.
Continuïteit in de verschillende fasen van de opvang
Iedere jongere krijgt een referent toegewezen. Dit is een sociaal werker van Caritas die de jongere in het opvangcentrum voor asielzoekers komt opzoeken, nog voor de verhuis naar onze infrastructuur plaats vindt. “Daar begint een eerste dialoog. We leggen ons project uit aan de jongere, de nabije begeleiding die ze zullen krijgen. Voor ons is het belangrijk te begrijpen hoe de jongere zelf naar de dingen kijkt en ons op basis daarvan aan te passen, maar ook duidelijk te maken dat het gaat over een project in semi-autonomie en dat we niet gewoon een woning aanbieden”, vult Mathieu aan. “We waken over de continuïteit in de verschillende fases van de opvang van NBMV.”
Een ander sleutelelement: de zelfstandigheidsgraad van de jongere evalueren. “Dat is essentieel voor ons! Het is het beginpunt voor de begeleiding van de jongere. De kern van ons werk ligt in deze begeleiding en het verwerven van een functionele en sociale zelfstandigheid. Van de praktische kant: de jongere komt hier aan, tekent het huurcontract en zal verantwoordelijk zijn voor de woning. Er is een huishoudelijk reglement en er werd een plaatsbeschrijving opgemaakt.” Deel van die zelfstandigheid is ook omgaan met geld. Wanneer ze toekomen in het project krijgen ze wekelijks een bedrag dat ze kunnen spenderen, nadien wordt dat een maandelijks budget. Fedasil zorgt voor materiële steun tot ze meerderjarig zijn.
Onderwijs als topprioriteit voor jonge vluchtelingen
“Voor ons is het een prioriteit dat deze jongeren naar school gaan. Dus gelijktijdig met de evaluatie van de zelfstandigheid van de jongere, legt deze ook een alfabetiseringstest af, of een test Frans als vreemde taal. Zo kunnen we zijn of haar niveau evalueren en de jongere daarna beter oriënteren en de nodige steun geven. Deze tests laten ons ook toe om samen te werken met de onderwijsinstellingen.”
Mansoor*, een jonge 17-jarige Afghaanse vluchteling, werd begeleid om chef-kok te worden en volgt nu een leercontract. “Ik werk vijf dagen per week, de andere twee ga ik naar school. Op donderdag koken we, op vrijdag hebben we Frans, economie, wiskunde, …”
>> LEES OOK: Het verhaal van Mansoor
Ateliers voor actief burgerschap
Twee keer per maand, vaak op woensdagnamiddag, nemen de jongeren deel aan een atelier dat wordt georganiseerd door Caritas. “We praten over budgetbeheer, gezondheids- en wereldburgerschapseducatie, we koken samen, leren gezond eten…,” legt Mathieu uit. Het team organiseert ook sportieve en culturele activiteiten: bioscoop, museum, pretpark, kampen etc. Het zijn de ideale momenten om het isolement van de jongere te doorbreken, integratie te bevorderen en een actief burgerschap te ontwikkelen.