Sébastien, hoe zou je de humanitaire impact van de oorlog omschrijven, in Oekraïne en de buurlanden?
Sébastien: Het grote verschil tussen Oekraïne en de buurlanden is natuurlijk dat de Oekraïeners worden geteisterd door dagelijkse bombardementen, die soms massaal en erg vernietigend zijn. Die bombardementen treffen vooral het oosten en het zuiden van het land. Ze verwoesten infrastructuur en communicatiekanalen, snijden gemeenschappen af van de wereld, leiden tot tekorten aan eten, energie, verwarming en basisartikelen. Ze ondermijnen de gezondheidszorg. En ze maken duizenden doden en gewonden.
Zowel in Oekraïne als in de buurlanden waren er grote volksverplaatsingen. Miljoenen mensen moesten hun huizen verlaten. Ze trokken naar andere plaatsen in Oekraïne of staken de grens over naar één van de veilige buurlanden. Al in de eerste weken van de oorlog in Oekraïne sloegen velen op de vlucht. De overgrote meerderheid van de vluchtelingen bestond uit vrouwen en kinderen. Twee jaar later zijn er nog altijd volksverplaatsingen. Dat is ook logisch: enerzijds omdat de gevechten en bombardementen voortduren, anderzijds omdat sommige zones weer ‘veilig’ worden verklaard zodat de inwoners kunnen terugkeren. Maar de onzekerheid blijft bestaan en het conflict duurt voort; er wordt dan ook veel heen en weer gereisd.
Naast de vreselijke materiële gevolgen van de oorlog is er ook de zware menselijke impact: families raken verscheurd, vaders of echtgenoten sneuvelen, raken gewond of zijn maandenlang afwezig, kinderen lopen ernstige trauma’s op. En de oorlog veroorzaakt haatgevoelens en rancunes. Het zal generaties vergen om dat allemaal te laten slijten.