Een vluchteling op twee is vrouwelijk[1], maar toch blijven vrouwen nog vaak afwezig in het politieke discours, onderzoek en media. Onze wens? Hen zichtbaar maken, want het verhaal van vrouwen die internationale bescherming nodig hebben, die vaak verschillend is van die van mannen, moet verteld te worden.
Specifieke redenen voor vertrek
Mannen en vrouwen kunnen gedwongen worden om hun thuis te verlaten voor dezelfde redenen, of het nu gaat om conflict of vervolging. Er bestaan echter ook vluchtmotieven die uniek zijn voor vrouwen.
Het gaat dan enerzijds over structurele discriminatie die leidt tot situaties van geweld (fysiek, seksueel, psychologisch of economisch), bedreiging, beperking of willekeurige beroving van vrijheid. In het bijzonder gaat het om gedwongen huwelijken, genitale verminking, huiselijk geweld, seksueel misbruik, eerwraak, maar ook vervolging van activistes die vrouwenrechten verdedigen.
Anderzijds gaat het om geweld tegen vrouwen in het geval van een gewapend conflict, omdat ze systematisch een hoger risico lopen, vooral wanneer seksueel geweld gebruikt wordt als oorlogswapen.
Gevaarlijkere migratieroutes
Bij gebrek aan legale en veilige toegangswegen, door de sluiting van de Europese grenzen en de ondertekening van akkoorden van de Europese Unie met derde landen, worden migranten verplicht om gevaarlijkere routes te nemen. En deze zijn nog gevaarlijker voor vrouwen. Zij worden nog meer blootgesteld aan aanranding, afpersing, agressie of seksueel geweld. Volgens de VN werd minstens een op vijf vrouwen op de vlucht al slachtoffer van seksueel geweld[2].
De cijfers bevestigen dat vrouwen die deze routes nemen een hoger risico op overlijden lopen dan mannen [3]. Verdrinking was de voornaamste doodsoorzaak van vrouwelijke migranten in 2017[4]. Hier zijn verschillende redenen voor, met name de plaats die vrouwen krijgen in de boten, de hogere waarschijnlijkheid dat ze niet kunnen zwemmen, het gewicht van hun kledij en de aanwezigheid van kinderen.
Van de aanvraag tot de toekenning van een statuut
In 2017 ontving het Commissariaat Generaal voor vluchtelingen en staatlozen (CGVS) 19.688 aanvragen voor internationale bescherming[5]. 36.4% van deze aanvragen werden ingediend door vrouwen[6]. Twee redenen verklaren dit lagere aantal. Enerzijds hebben vrouwen vaak minder middelen (financieel, cultureel kapitaal etc.), wat hen remt in hun mogelijkheid om over een lange afstand te migreren. Aan de andere kant, door het gevaar van de migratieroute, zijn het vaak de mannen die eerst vertrekken om asiel aan te vragen en dan hun familie te laten overkomen via gezinshereniging.
Tijdens de procedure worden vrouwelijke asielzoekers toegewezen aan een collectief opvangcentrum. Velen voelen zich er niet veilig[7]. Een studie van de Vrouwenraad toonde duidelijk de ontoereikendheid aan van de psychologische hulp die vrouwen krijgen, het gebrek aan steun wat betreft de opvang van kinderen, de risico’s van de gemengde slaapzalen en sanitaire infrastructuur, het gebrek aan vormingsactiviteiten of vrijetijdsbesteding op maat van vrouwen [8].
Na een lang interview beslist het CGVS of het profiel van een persoon al dan niet overeenkomt met de voorwaarden voor het statuut van vluchteling of subsidiaire bescherming. Deze interviews vragen zeer gedetailleerde antwoorden. Ze kunnen bijzonder moeilijk zijn voor vrouwen die slachtoffer werden van seksueel geweld. Bovendien zijn sommigen zich er niet van bewust dat dit geweld een reden voor bescherming kan zijn.
Awa, 28 jaar, afkomstig uit Marokko en sinds 10 jaar in België: “Toen ik 15 jaar was, wilde mijn vader me laten trouwen met een oudere man uit Saoedi-Arabië. Ik vluchtte uit Marokko en ben in België aangekomen via Spanje. Waarom België? Omdat mijn moeder daar familie had. Ik weet niet goed waarom mijn familie in België destijds geen asielaanvraag heeft gedaan. Denk je dat ik er recht op had gehad?”
Noodzakelijke politieke veranderingen
Deze gevaren zijn nochtans niet onontkoombaar. Het opzetten van legale en veilige toegangswegen zou het risico op geweld tegen vrouwen onderweg beperken. Asielprocedures en opvang- en integratiestructuren met meer aandacht voor de specifieke noden van vrouwen zouden hen verzekeren van de bescherming waar ze recht op hebben.
De zichtbaarheid van vrouwen hangt ten slotte niet af van hun aanwezigheid maar van hoe we hen bekijken. Hen deze zichtbaarheid geven zou ook toelaten om te verzekeren dat ze beschermd worden en zo de mogelijkheid krijgen om hun potentieel en dus zichzelf tot hun recht te laten komen.